De koning van het closet
Vrijdagmiddagborrel in Alkmaar. De glazen met het goudkleurige geluk stromen nog net niet rechtstreeks door de aderen, maar moeten toch ergens heen om plaats te maken voor het volgende glas. Als een volwassen Baby Borntm accepteer je dat dat wat erin gaat, er wel verdacht snel weer uit moet, dus snel die trap op. Een warm welkom, een grote lach en de milde geur van allesreiniger, is het eerste dat je ervaart. Het schoonste toilet van Nederland zal je er niet aantreffen, want die staat bij hem thuis. Gouden toiletbril en altijd in de chloor. Maar bij de cafés die Kees – de koning van het closet – inmiddels onder zijn hoede heeft, kun je hem gerust op de rand aftikken.
“Het is letterlijk met twee kwartjes begonnen, want ik had helemaal niets meer.”
Toch heeft het er ooit wel eens anders geroken. Toen rond 2000 de kledingzaak van Kees niet meer liep zoals hij het wilde, moest er afscheid genomen worden en was het terug naar de tekentafel. Het ondernemen zat in zijn bloed, maar er moest links- of rechtsom gewoon brood op de plank komen. De link van brood op de plank naar geld op het schoteltje was door zijn contacten in de horeca dan ook snel gelegd en café ’t Hartje stond aan de basis van het hedendaagse ‘imperium’. “Het is letterlijk met twee kwartjes begonnen, want ik had helemaal niets meer. Binnen drie maanden had ik mijn eigen wc-bedrijf. Voordat ik er begon waren de wc’s rond sluit compleet omgeploegd… En vanaf nu was alles spik en span.”
De vrijheid dat het ondernemen biedt, is een grote drijfveer van Kees. “Het is geen horror om voor een baas te werken, maar ik wil mijn eigen leven in eigen hand hebben, mijn eigen falen en eigen succes.“ Wanneer je goed bent voor een ander, is diegene ook goed voor jou; dat is een belangrijke leidraad in Kees zijn leven. Als kapper, verkoper van kleding en parfum en nu toiletbeheerder, komt dit terug. “Iedereen droeg in die tijd leren jassen en legde die op de trap naar boven, dus de volgende dag ging ik naar de Praxis en zijn we een garderobe begonnen. Kwam er iemand naar mij toe of ik deo had, dan zei ik: “Nu niet, maar morgen wel”. Ik heb op oudejaarsavond een vrouw die uit haar kleding scheurde zo modieus mogelijk ingetapet, waarna haar feestje weer verder kon gaan.”
“Eigenlijk zijn het alleen maar lieve mensen.”
Je maakt uiteraard van alles mee in de horeca, ook achter het schoteltje. De jeugdige hormonen, in een eeuwige strijd met alcohol, gieren door de kroegen in het centrum van Alkmaar. Maar toch zijn de ervaringen louter positief. “Natuurlijk is er wel eens eentje die je de avond moeilijk maakt, maar ik kijk liever naar de 999 anderen die er een feest van bouwen. Eigenlijk zijn het alleen maar lieve mensen.” Zo is er zelfs een heus toilethuwelijk ontstaan. “Ik heb een jongen en een meisje aan elkaar voorgesteld op het toilet. Die zijn nu getrouwd en hebben kinderen.” Kees gaat op zijn eigen manier om met de lastigere klant. “Een ontzettend zeikwijf heb ik ooit wijsgemaakt, dat ik hier m’n alternatieve straf uitzat. Dat ik nog twintig uur bij de wc’s moest zitten en al het geld naar de reclassering ging. Dan is het gezeur ook snel over.”
En ook hier kom je weer terug bij de wet van het toilet. Op de vraag welk toilet hij liever beheerde – het mannen- of vrouwentoilet – antwoordt hij: “Daar krijg je terug wat je zelf geeft. Als we bijvoorbeeld kijken naar het vrouwentoilet, is het belangrijk dat je dat continu goed schoon houdt. Doe je dat niet, dan gaan de dames boven het toilet hangen en spettert het overal. Als de eerstvolgende daardoor het pedaalemmertje te smerig vindt om aan te raken, dan knallen ze de tampons gewoon op de grond”.
“Natuurlijk mag je naar het toilet, maar mag ik hem dan eerst ff checken?”
Hoe goed je ook boent, je voorkomt nooit dat eens in de zoveel tijd iemand op het toilet aan de noodrem moet trekken. “Soms hebben ze het toilet tot aan het plafond ondergescheten. Dan haal je drie keer diep adem, gooit er een klein vloekje uit en maak je het schoon.” Met inmiddels vijftien jaar in het vak, is er natuurlijk ook een heleboel ervaring bijgekomen. “Als ik zie dat iemand het moeilijk heeft en moet kotsen dan, hoppa emmer, alsjeblieft. Mensen kennen me ook, dat scheelt. Dus het kan een keer gebeuren, maar zelfs dan proberen ze het nog netjes in de pot te doen”.
Het is alweer tijd om af te sluiten. Het is prachtig om Kees vol passie te zien vertellen over zijn ervaringen. Alle verhalen over toiletten en de biertjes die Kees ons tijdens het interview bleef aanbieden, beginnen inmiddels samen te spannen. De laatste vraag die gesteld moet worden kan natuurlijk niet uitblijven. “Natuurlijk mag je naar het toilet, maar mag ik hem dan eerst ff checken?”.