Het gevecht in mijn hoofd #2

Zoals je in deel 1 misschien hebt gelezen, ging ik op een maandag onder de allesbepalende MRI. Pas anderhalve week later krijg ik de uitslag. De uitslag bepaalt of het is gelukt om de hersentumor die na vier jaar weer terugkwam te laten stoppen met groeien. Dit keer waren ze er op tijd bij, daardoor is de tumor zo klein dat het niet erg is als hij blijft zitten. Het is wel erg als hij verder gaat met groeien, want één hersenoperatie vind ik wel (meer dan) genoeg.
Foto: Annemieke Augustus
Tekst: Maxime Zippora
En dan is het dus wachten geblazen. Nadat ik heb genoten van mijn heerlijke brownie van De Koffiemolen en zelfs nog even heb kunnen werken achter mijn laptop, is het tijd om weer naar huis te gaan. Ik haal boodschappen en kook een lekkere curry. Ik wacht tot mijn vriend thuiskomt en we samen kunnen eten. Ik geniet hiervan, deze ogenschijnlijk gewone dingen. Het contrast is zo groot, het ene moment loop je door het troosteloze ziekenhuis en vraag je je af hoe de toekomst zal verlopen. Het andere moment heb je tranen in je ogen, maar dan komt dit door het snijden van de uien voor de curry en is je grootste twijfel of de bloemkool al wel gaar is. Dan besef je dat je zorgen maken om zulke alledaagse dingen heel fijn is. En nog fijner om die samen met iemand te kunnen delen.
Maar in de dagen die daarop volgen, lukt het mij niet om dit blije gevoel vast te houden. Ik zoek afleiding, maar constant blijft het knagende gevoel van onzekerheid aan de oppervlakte. De onrust is soms voelbaar. Vier dagen duurt het wachten nu, waarvan ik al twee om onredelijke dingen moest huilen. Die arme vriend van mij, vrouwen zijn al niet de meest stabiele wezens op aarde en dat is deze week nog een treetje erger. Maar de schat, hij zegt dat het raar zou zijn als ik niet zo zou doen. Dus doe maar lekker raar, dat is juist normaal.
(Wordt vervolgd)