Het gevecht in mijn hoofd #3

Wanneer ik wakker word en mijn ogen open, duurt het enkele seconden voor dat ik besef dat dit de grote dag is. De dag van DE UITSLAG. Om 15.45 word ik pas verwacht in het ziekenhuis, dat betekent dat ik nog de hele dag heb om mij zorgen te kunnen maken.
Tekst: Maxime Zippora
Ja en wat doe je zoal op zo’n dag? Mijn concentratie is een ramp, dus qua afleiding valt er al een hoop af. Op een gegeven moment ga ik maar even de stad in. Rondstruinen tussen de planten is een goede afleiding of aan een lekkere handcrème ruiken. Maar eerlijk gezegd, niks helpt er echt. Ook als ik met mijn gedachten niet bezig ben met de uitslag, voel ik de spanning in mijn hele lichaam. Het is alsof de spanning zich in mijn lichaam heeft genesteld. En telkens is het als een soort lichte tinteling voelbaar.
Af en toe komt er een berichtje binnen van iemand die aan mij denkt en mij succes wil wensen. Bij zo’n berichtje verschijnt er altijd een glimlach op mijn gezicht. Vaak krijg ik te horen van mensen dat ze wel iets willen doen, maar niet weten wat ze kunnen doen. Maar zoiets kleins als een berichtje, dat helpt echt. Op zo’n dag als vandaag staat namelijk mijn hele leven even stil. Maar de rest van de wereld gaat gewoon door, iedereen is bezig met de waan van de dag. Dan helpt zo’n berichtje, belletje of appje, fijn als iemand even aan je denkt.
Dan is het bijna zover, samen met mijn ouders zit ik in de wachtkamer. Voor de derde keer in een half uur moet ik plassen, zenuwplasjes zijn dit. Als ik terug kom van de wc haalt de dokter ons net op. Twee artsen en een casemanager zitten klaar. Ze vragen hoe het met mij gaat; “goed, maar erg zenuwachtig” antwoord ik. Waarop de artsen in koor antwoorden: “de uitslag is goed!” De tumor groeit niet meer en is zelfs geslonken.
Wat een enorme opluchting, bij ons alle drie! Daarna volgen er een hoop appjes en telefoontjes om iedereen het goede nieuws mede te delen. Hoe mensen op zulk nieuws reageren vind ik altijd heel mooi, het is heel puur. Mensen die je misschien niet zo goed kent of normaal gesproken niet zo uitgesproken zijn, laten opeens van zich horen.
En dan eenmaal thuis. Ik voel me onoverwinnelijk. Alsof ik de wereld aankan. Als ik dit het hoofd kan bieden, kom maar op! Ik weet dat dit euforische gevoel niet zal blijven. Maar als ik maar een stukje hiervan kan behouden ben ik al blij. Want dan kan ik met recht zeggen dat dit mij sterker heeft gemaakt.
Lees ook deel 1 en deel 2 van deze reeks.