Leuk joh, hardlopen
En toen was het dus zover. De Alkmaar City Run. Mijn allereerste hardloopevenement. De hele dag was ik al stikzenuwachtig en bestookte ik mijn hardlopende vrienden met vragen: ‘Wat moet ik aan? Wat moet ik meenemen? Waar laat ik mijn spullen? Wat zal ik eten? Kleed jij je na afloop nog om? Hoe laat moet ik er zijn? Waar verzamelen we?’ En iedereen gaf heel geduldig antwoord. Dat hielp overigens niks tegen de zenuwen. Godzijdank had ik de week daarvoor even getest of ik überhaupt wel 10 kilometer achter elkaar kon hardlopen. Ik weet het, niet echt op tijd, maar ik had al wel vaker 8 kilometer gelopen, dus hoopte ik 10 ook wel te redden. En ja, dat lukte dus. Niet snel, maar ik hield het vol. Ik had er alleen geen rekening mee gehouden dat het smoorheet zou worden. En het was misschien ook niet het allerbeste idee om twee dagen voor de dag des oordeels te proberen mijn PR op de 5 kilometer te verbeteren. (Wat overigens lukte).
Toen het die avond dan eindelijk zover was, was het vooral heel erg zwaar. De eerste meters gingen tergend langzaam omdat het zo megadruk was. Na 2 kilometer had mijn hoofd al behoorlijke tomaatkenmerken aangenomen. Dat ik niet de enige was die het zwaar had, dat bleek wel uit het aantal mensen dat op dat moment al begon met wandelen. Mijn vriend had zich opgeofferd als mijn haas, dus wandelen zat er voor mij niet in. Liefdevol riep hij af en toe wat bemoedigende woordjes en probeerde hij me te motiveren het tempo er in te houden. Als dank kreeg hij een liefdevolle snauw terug: ‘Hou je kop, ik probeer me te concentreren.’ 10 lange kilometers lang heb ik me afgevraagd hoe ik het ooit in mijn hoofd had kunnen halen om hier aan te beginnen. Hoe had ik ooit kunnen denken dat hardlopen leuk is? En dan nog tegen andere mensen beweren dat ze ook moeten gaan hardlopen. Spread the word: RUN! schreef ik nog in de vorige Shuffle! Ondertussen bleef het publiek maar aanmoedigen. En elke keer dat iemand mijn naam riep keek ik weer verrast op, om daarna tot de conclusie te komen dat mijn naam natuurlijk op mijn startnummer stond.
Maar meedoen aan zo’n hardloopevenement is iets wat ik me ook voorstel bij bevallen. Hoe verschrikkelijk het ook is en hoeveel pijn het ook doet, uiteindelijk vergeet je dat allemaal gewoon en ben je vooral heel trots en gelukkig. En dat was ik dus ook. Oké het duurde even een paar biertjes, maar toen liep ik trots in hardloopoutfit mét medaille om door de kroeg te paraderen. En na een tijdje ben je gewoon echt vergeten hoe verschrikkelijk het was en dan doe je het gewoon nóg een keer! Dat was bij mij al na ruim een week. Toen stond Rondje Oudorp op het programma.
Bij Rondje Oudorp waren de voorspellingen voor het weer iets gunstiger voor hardlopen. Dat betekende dus dat ik mijn tijd moest gaan verbeteren. De Alkmaar City Run had ik in 1.10.23 gelopen, dus ik was nu vastberaden om onder de 1.10 te eindigen. Dat ging ik natuurlijk niet in mijn uppie redden, dus mijn vriend zou weer als haas fungeren. Een mirakel dat hij dat nog wilde na de City Run. Dit keer was ik een stuk minder zenuwachtig. Minder deelnemers, minder publiek, gunstigere temperatuur en de ervaring dat ik het kon. Voor de ervaring van de run maakte het helaas niet echt uit. Hoewel de eerste 4 kilometer een stuk soepeler gingen, waren de laatste 2 toch echt weer verschrikkelijk, pijnlijk en stom. Mijn vriend bleef ook nu weer lieve motiverende dingen zeggen en ik reageerde weer heerlijk rottig terug. Maar wonder boven wonder finishte ik in 1.07.21! Ik was dus 3 minuten sneller dan op de Alkmaar City Run. Medaille twee was in de pocket! Ja en daar ga je dan hè, de pijn is alweer vergeten, dus ik ben alweer aan het rondkijken voor de volgende run. Die moet ik misschien maar helemaal zelf gaan lopen. Hoeft mijn vriend niet in mijn slakkentempo te lopen. Maar ja, tegen wie moet ik dan mopperen als ik het zwaar heb? Wie biedt zich aan?