Ode aan de schaduw van de Sint Laurenskerk


Alkmaar, Canadaplein, hartje zomer. Na een hele warme dag werken, ontmoet ik mijn wederhelft op het plein, tijd om op zoek te gaan naar verfrissing. Midden op het plein kijken we in de rondte en zien eigenlijk alleen maar hitte. De stalen piemels op het stukje gras glinsteren agressief in mijn ogen, de zon wil je namelijk herinneren dat het heet is.
Ondanks mijn bruine complex en zwarte haar, ben ik niet gesteld op de zon, mijn volksgenoten trouwens ook niet. Heb je wel eens een Spanjaard aan de zonnige kant van de straat zien lopen?
Zie daar, schaduw inzicht. Mijn lief wijst naar het stukje Canadaplein dat eigenlijk Kerkplein heet. “Laten we daar gaan zitten, kunnen we een lekker drankje doen!” We nemen plaats aan een tafel, op een terras dat bestaat uit een ratjetoe van tuinmeubilair. Bij eerste blik denk je wat de fuck is dit. Maar het is iets dat je meteen raakt of leert waarderen. Dit is ook het moment geweest dat ‘De Binnenkomer’ een oase is geworden in de hete ellende. De plek die voorkomt dat mijn hersens frituren in mijn nekvet, maar een hand van verfrissing geeft in deze nare tijd genaamd de zomer. Maar het is niet alléén dat lekker koude trippeltje dat afkoelt, het is de schaduw van de grote vriend die altijd in zicht is als je ‘m nodig hebt. Een koele knuffel in de hitte en een lelijke pannekoekentent in de kou. Schaduw van de grote kerk, ik hou van jou